Meertaligheid als krachtige bron van het leren in het mbo
Oproep aan mbo-docenten Nederlands (en Engels)
Nederland is een meertalig land. Veel jongeren spreken thuis (ook) een andere taal dan het Nederlands, en allemaal leren zij vreemde talen op school. De positie van mbo-studenten is hierin bijzonder. Zij worden direct opgeleid tot beroepsbeoefenaar. Dit betekent dat zij zich de beroepstaal moeten eigen maken én dat zij meertalige competenties moeten ontwikkelen waarmee zij hun werk kunnen doen in een meertalige omgeving.
Op de Hogeschool van Amsterdam is onder leiding van Eline van Batenburg een tweejarig onderzoek gestart naar meertaligheid in het mbo. Hoe gaan mbo-docenten om met de meertaligheid van hun studenten? Waar, met wie en waarom gebruiken mbo-studenten thuis welke (combinatie van) talen? Welke competenties ontwikkelen ze hier mee? En hoe zouden taallessen eruit zien die de meertalige ervaringen en competenties van mbo-studenten verder tot bloei brengen?
Laat je stem horen!
Eline doet een oproep aan alle mbo-docenten Nederlands (en Engel)s om de online vragenlijst in te vullen. Zo kan zij de ervaringen van mbo-docenten in heel Nederland in kaart brengen.